Soerense beken

Bovenbeek sprengenbeek Open in Beken Atlas Veluwe
Brummense Beek Open in Beken Atlas Veluwe
Laag Soerense Beek Open in Beken Atlas Veluwe
Leuvenheimse Beek Open in Beken Atlas Veluwe
Ligtenbeltsloot Open in Beken Atlas Veluwe
Oostelijke Koppelleiding Open in Beken Atlas Veluwe
Sloot Laag Soeren Open in Beken Atlas Veluwe
Sloot Soeren Open in Beken Atlas Veluwe
Soerense Beek Open in Beken Atlas Veluwe
Soerense Beek- Zuidtak sprengenbeek Open in Beken Atlas Veluwe
Veenhuisspreng Open in Beken Atlas Veluwe
Westelijke Koppelleiding Open in Beken Atlas Veluwe
Zijtak Bovenbeek Open in Beken Atlas Veluwe
Kuuroord Soeria

Bovenbeek en Soerense Beek
Het stelsel van de Soerense beken bestaat uit twee beken, de Soerense Beek, de zuidelijke tak, en de Bovenbeek, de noordelijke tak. De sprengkoppen van beide beken liggen ten westen van Laag-Soeren. Vlak voor het Apeldoorns Kanaal komen de beide beken samen. De Soerense Beek voedt de gracht van de toltoren, de ‘Gelderse Toren’ (om tol te heffen van de schepen die door de IJssel voeren), alvorens uit te monden in de IJssel.

Spreng van de Soerense Beek met aan beide zijden kwelbanken

Spreng van de Soerense Beek met aan beide zijden kwelbanken

Dit is de jongste molenbuurt op de Veluwe. Omstreeks 1795 werden er drie papiermolens met fraaie namen gebouwd: ‘Welbedacht’, ‘Goedgedacht’ en ‘Nagedacht’. In 1805 volgde nog de Soerense Korenmolen. Al deze molens werden gebouwd door de bewoner van het Huis Laag-Soeren, de heer van Kesteren. Deze zal ook de sprengen van de Bovenbeek hebben laten graven. In 1848 werden beek en molens verkocht aan Jut van Breukelerwaard, die er een jaar later een geneeskundige badinrichting en herstellingsoord stichtte, genoemd naar de geneeskrachtige bronnen in Jeruzalem, ’Bethesda’. Vanuit de sprengen werd er zelfs een metalen buis op de beekbodem gelegd.

Opgeleid deel van de Bovenbeek

Opgeleid deel van de Bovenbeek

Aan de noordelijke tak, de Bovenbeek, lagen twee molenplaatsen. Van de Papiermolen Welbedacht is niets meer over. Gebleven is wel de fraaie, brede bovenbeek van deze voormalige molen. De waterval bestaat uit vallend water in een rioolbuis. Op de onderste molenplaats staat het gebouw van de voormalige Soerense Korenmolen. De waterval is er nog. De bovenbeek is niet opgeleid, de onderbeek diep uitgegraven. Een interessant verschijnsel is ‘de wijerd op struweel’, een 0,8 ha groot rabattenbosje net stroomopwaarts van de molen. Door middel van een schuif kon de molenaar het water opstuwen in de greppels in dit bosje, zodat hij meer water had. Aan de zuidelijke tak, de Soerense Beek, lagen eveneens twee papiermolens. De bovenste hiervan was de Papiermolen Nagedacht, nu de wasserij van Barth Slijkhuis. Water voor de wasserij wordt voor de waterval afgetapt en opgevangen in een reservoir. Hier was (nu nog herkenbaar) een aquaduct, waarbij een weg onder de bovenbeek van de molen doorliep. Vroeger was die weg openbaar, maar deze ligt nu op privéterrein. Op de onderste molenplaats stond de Papiermolen Goedgedacht, later omgezet in een wasserij ‘De Waterval’. Vanaf de waterval verdwijnt het water direct onder het wasserijgebouw, waar het aan de andere zijde weer onder vandaan komt. Een gedeelte van het water uit de zuidelijke tak van de beek wordt net benedenstrooms van de ‘wijerd op struweel’ in de bovenbeek van de korenmolen aan de noordtak gevoerd.

Molenbosje of 'wijerd op struweel', een rabattenbos. Rechts de Bovenbeek, achter het hek de afleiding uit de zuidelijke beek met daarachter het molenbosje

Molenbosje of ‘wijerd op struweel’, een rabattenbos. Rechts de Bovenbeek, achter het hek de afleiding uit de zuidelijke beek met daarachter het molenbosje

Verder gaat een gedeelte van het water uit de zuidelijke beek door de vijver van het voormalige hotel Dullemond. Na de kruising met het Apeldoorns Kanaal stroomt het water naar de IJssel. Bij het Huis De Bockhorst, dicht bij Spankeren, heeft de Korenmolen van het Huis De Bockhorst gestaan.

Kuuroord Soeriatop
Soeria – een kuuroord op sprengenwater. Een bijzondere gebruiksvorm van het sprengenwater was te vinden in Laag-Soeren, waar in 1848 het kuuroord Bethesda werd gesticht. De stichter was de Amsterdamse koopman Pieter Nicolaas Jut van Breukelerwaard.

Soeria

Soeria

Jut was in een Duits kuuroord van een ziekte hersteld en enthousiast geworden voor de ‘waternatuurgeneeskunde’. Natuur, schone lucht, zuiver water, vegetarisch eten, niet roken, geen alcohol, wandelen en rust speelden daarbij een belangrijke rol. Hij kocht daartoe het landgoed Laag-Soeren met 450 ha land. Naast een pand voor bedeelde mensen, liet hij tegen de Soerense Korenmolen ook een pand voor minder bedeelden neerzetten: Sprengenoord. Het schone sprengenwater vormde de basis voor de verschillende behandelingen, zoals modderbaden (met zand dat uit De Imbos werd aangevoerd) en koudwaterbaden. De koudwaterbaden in Bethesda waren mogelijk door een belangrijke eigenschap van het sprengenwater: de constante temperatuur van circa tien graden Celsius. Het water werd aangevoerd door een transportbuis, die op de bodem van de beek ligt. De inlaatpunten waren afgedekt met rieten kappen. Bij de instelling ligt nog de Laag Soerense beek.

Rieten afdekkappen op de inlaatpunten

Rieten afdekkappen op de inlaatpunten

Na een aarzelend begin werd het badhuis een succes, maar in de jaren twintig van de twintigste eeuw volgde een teruggang die werd versterkt door de crisis van de jaren dertig. Badhuis Bethesda ging in 1934 failliet. Het pand werd vervolgens in 1936 verkocht aan de ‘Geneeskundige Badinrichting Laag-Soeren’. In 1942 betrokken de Duitsers het pand en gebruikten het als lazaret. Ook de Engelsen hebben een tijdje van het gebouw gebruik gemaakt. Vanaf 1947 was het voormalige kuuroord een vakantiehuis voor medewerkers van de Amsterdamse Bank. In 1989 werd het tot ‘Amsterda’ omgedoopte gebouw door de Nederlandse TM (Transcendente Meditatie)-organisatie overgenomen, die het ‘Soeria’ noemde, hetgeen ‘zon’ betekent. Vanaf midden jaren negentig ging Soeria een aantal jaren functioneren als conferentieoord voor allerlei spirituele groepen. Eind 1999 werd het geheel verkocht aan Vastgoedbeheer ‘de Decanije’ in Amsterdam. Na een verbouwing zijn er 51 wooneenheden  in gerealiseerd.

Noordelijk van het stelsel van Soerense beken liggen verbonden door koppelleidingen de Leuvenheimse Beek, Brummense Beek en de Rhienderense beek.